Actua

Auteursrechten: Wie of wat valt eronder?

De fiscale behandeling van auteursrechten is sinds 1 januari 2023 gewijzigd.  Met deze wijzigingen wil de wetgever terugkeren naar de oorspronkelijke doelstellingen van de bijzondere regeling die van toepassing is op de inkomsten uit auteursrechten. De in de wet vermelde wijzigingen brachten allerlei onzekerheden teweeg en zeker op vlak van het toepassingsgebied. Om deze onzekerheden weg te werken kondigde de fiscus een circulaire aan waarin een toelichting zou gegeven worden over het toepassingsgebied van deze nieuwe wettekst. Tot op heden is de beloofde circulaire nog steeds niet verschenen. Een officiële statement van de fiscus is er ook nog niet, maar er zijn enkele rulings (nr. 2023.0437, 25 juli 2023 en ook 2023.0659, 3 oktober 2023) die duidelijk aantonen dat er een einde van een tijdperk is aangekomen.

 

Wie komt er nog in aanmerking?

In de vorige fiscale regeling was eenvoudig vereist, dat het om 'auteursrechten' moet gaan in de zin van de wetgeving inzake auteursrechten terug te vinden in Boek XI van het Wetboek van economisch recht (hierna WER). Door deze brede omschrijving van het toepassingsgebied van de auteursrechten kon deze gunstige maatregel in zeer veel sectoren toegepast worden waaronder de IT-sector. Zodra er enige creativiteit is, kon men aanspraak maken op deze regeling.

De 'nieuwe' fiscale regeling vereist dat de auteursrechten betrekking hebben " .. op originele werken van letterkunde of kunst zoals bedoeld in artikel XI.165 van het Wetboek van economisch recht of op prestaties van uitvoerende kunstenaars zoals bedoeld in artikel XI.205 van hetzelfde Wetboek;" (art. 17, § 1, 5°, eerste lid, tweede gedachtestreepje WIB92).

Het aantal belastingplichtigen voor wie er voortaan nog auteursrechten of naburige rechten mogelijk zijn, wordt hierdoor drastisch ingeperkt. Enkel nog door aan onderstaande elementen te voldoen, kan men onder de auteursrechten vallen en zo genieten van een fiscaal voordelige regime. Deze voorwaarden moeten weliswaar cumulatief vervuld worden.

Het moet gaan om:

  • werken van letterkunde of kunst (enge interpretatie, cf. WER, titel 5, boek XI, voortaan dus zonder uitbreiding naar de werken die daarmee gelijk worden gesteld!) en openbare uitvoeringen en opvoeringen van uitvoerende kunstenaars;
  • extra voorwaarde (ook dit moet dus in elk concreet dossier beoordeeld worden!):
    • ofwel beschikt de oorspronkelijke rechthebbende over een kunstwerkattest;
    • ofwel worden de rechten overgedragen of in licentie gegeven aan een derde voor mededeling aan het publiek, voor openbare uitvoering of opvoering, of voor reproductie.

Andere gevallen komen niet meer in aanmerking.           

Wat met de IT-sector?

Wat voor impact heeft dit nu op de IT-sector? Wat als een er computerprogramma's of -toepassingen worden geschreven? Hoe wordt er hiernaar gekeken onder deze nieuwe regeling?

Tijdens de bespreking van het wetsontwerp in de Kamercommissie was er voor de minister van Financiën geen discussie mogelijk: de IT-sector kon geen auteursrechten meer toepassen.

Dat is ook de visie van de Administratie en de Rulingcommissie. In de rechtsleer wordt deze visie kritisch geanalyseerd.

De Minister van Financiën (Integraal Verslag Kamercommissie Financiën 4 oktober 2023, CRIV 55 COM 1188, 26) bevestigde recent zijn standpunt: in de nieuwe regeling kan de Rulingcommissie geen rulings meer afleveren voor auteursrechten op software.

De Rulingcommissie heeft met haar beslissing het standpunt van de Minister herhaald (nr. 2023.0659 van 3 oktober 2023).

Ons inziens klopt het niet dat er een algemene uitsluiting is voor de hele IT-sector. Dit staat ook haaks met Europese Softwarerichtlijn: “Het communautaire juridische kader op het stuk van de bescherming van computerprogramma's kan in eerste instantie dan ook worden beperkt tot de regel dat de lidstaten computerprogramma's op grond van het auteursrecht als werk van letterkunde dienen te beschermen” (preambule 6).

Het laatste woord is nog niet gezegd

Bedragen

De auteursrechten worden bij wet geacht 'roerende inkomsten' te zijn, tenzij deze meer bedragen dan 70.220,00 EUR (voor inkomstenjaar 2023). Zijn zij hoger, dan geldt het vermoeden niet meer ten aanzien van het hogere gedeelte. Boven dat grensbedrag valt men terug op de gebruikelijke criteria om uit te maken of de inkomsten roerend zijn, dan wel een beroepskarakter hebben:

  • het grensbedrag is (voor AJ 2024): 70.220 EUR
  • het kostenforfait (voor AJ 2024):
    • 720 EUR: 50%;
    • 721-37.500 EUR: 25%;
  • het tarief is 15 %.

Sinds de nieuwe wet is er ook een nieuwe beperking toegevoegd. Als de auteursrechten gepaard gaan met een geleverde prestatie, dan geldt het vermoeden van roerend inkomen, zoals hierboven vermeld, slechts voor een deel van de vergoeding. Dat deel bedraagt maximaal 50 % in 2023, 40 % in 2024 en 30 % vanaf 2025.

Hoe deze beoordeling in de praktijk wordt aanzien, is niet altijd duidelijk.

Overgangsregeling voor 2023

Het aantal belastingplichtigen waarvoor de gunstregeling inzake auteursrechten nog kan toegepast worden, is dus aanzienlijk beperkt sinds 1 januari 2023. Maar voor wie reeds voordien auteursrechten ontving, geldt er een overgangsregeling. Wie in 2022 (op correcte wijze) auteursrechten heeft ontvangen en door de nieuwe regelmatige niet meer in aanmerking komt, kan in 2023 toch nog auteursrechten ontvangen.  Dit zal individueel moeten bekeken worden, in hoofde van elke ontvanger van de auteursrechten, en niet in hoofde van de schuldenaar van deze rechten.

Er geldt wel een beperking wat de bedragen betreft: voor deze overgangsregeling worden de hierboven vermelde grensbedragen gehalveerd, tot respectievelijk 35.110, 9.360 en 18.725 EUR.