Voor renovatie- en herstellingswerken aan ‘oude’ woningen geldt een verlaagd btw-tarief van 6 %. De huidige regeling voorziet dat de klant een duidelijk en nauwkeurig attest aan de aannemer moet overhandigen dat de elementen die de toepassing van het verlaagd tarief rechtvaardigen vermeldt. Dat attest verdwijnt en wordt vervangen door een verklaring op de factuur.
De toepassing van het verlaagde btw-tarief is onderworpen aan een enkele voorwaarden/
De door de dienstverrichter uitgereikte factuur moet dan ook, op basis van een duidelijk en nauwkeurig attest van de afnemer, “melding maken van het voorhanden zijn van de elementen die de toepassing van het verlaagd tarief rechtvaardigen”. Zodoende wordt de aannemer ontlast van de taak na te gaan of de voorwaarden al dan niet vervuld zijn. Het attest bevrijdt hem bovendien ook van de aansprakelijkheid betreffende de vaststelling van het tarief. Deze werkwijze werd recent, in het kader van een nieuw wetsontwerp, in vraag gesteld. Er werd immers nooit een gestandaardiseerd attest voorzien, en blijkt het administratief beheer ervan voor aannemers bijzonder lastig. Om daaraan te verhelpen, voorziet de nieuwe regeling dat het attest wordt vervangen door een verklaring op de factuur zelf/
“Btw-tarief: Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand vanaf de ontvangst van de factuur, wordt de klant geacht te erkennen dat (1) de werken worden verricht aan een woning waarvan de eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden in een kalenderjaar dat ten minste [tien of vijftien] jaar voorafgaat aan de datum van de eerste factuur met betrekking tot die werken, (2) de woning, na uitvoering van die werken, uitsluitend of hoofdzakelijk als privéwoning wordt gebruikt en (3) de werken worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker. Wanneer minstens één van die voorwaarden niet is voldaan, zal het normale btw-tarief van 21 pct. van toepassing zijn en is de afnemer ten aanzien van die voorwaarden aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.”
De verantwoordelijkheid voor de correcte toepassing van het verlaagde tarief wordt zo volledig (i.e. inclusief een eventuele geldboete en interesten) bij de afnemer gelegd. Indien de voorwaarden voor de toepassing van het verlaagde tarief niet vervuld zijn, beschikt hij over een termijn van één maand om dat te betwisten. De aannemer is er in voorkomend geval toe gehouden een corrigerende factuur – met toepassing van het normale btw-tarief – uit te reiken, op straffe van aansprakelijkheid.
Deze nieuwe werkwijze zou in werking treden op 1 januari 2022. Er wordt echter een overgangsregeling voorzien volgens dewelke partijen nog tot 30 juni 2022 een attest kunnen gebruiken.