Actua

Startende vennootschappen en tax shelter

Het systeem van tax shelter voor starters houdt in dat particulieren, afhankelijk van de investeringswijze, een belastingvermindering van 30% (kleine vennootschap) of 45% (micro-vennootschap) kunnen genieten. Hiervoor dienen zij (on)rechtstreeks aandelen te verwerven die een fractie vertegenwoordigen van het maatschappelijk kapitaal in een startende vennootschap van maximaal 4 jaar oud. De investering is overigens begrensd tot een kapitaal van 250.000 EUR. Alle investeringen boven dit grensbedrag geven geen fiscaal voordeel.
In 2018 heeft de belastingdienst aan de hand van twee circulaires en een lijst met antwoorden op vaak gestelde vragen de regeling verder uitgelegd. Deze toelichting brengt fiscaal interessante toleranties met zich mee.

Voorwaarden voor de startende vennootschap

Niet elke vennootschap komt in aanmerking voor de tax shelter. De regelgeving betracht immers fiscale aanmoediging voor starters die moeilijk financiering kunnen aantrekken. Bepaalde voorwaarden moeten daarnaast behouden blijven gedurende 48 maanden volgend op de volstorting van de aandelen.
Zo mag de vennootschap noch een beleggings-, thesaurie- of financieringsvennootschap, noch een patrimoniumvennootschap zijn. Ook vennootschappen die opgericht zijn door middel van fusie of splitsing komen niet in aanmerking. Bovendien mag de vennootschap niet zijn opgericht met het oog op het afsluiten van management- of bestuurdersovereenkomsten of daar haar voornaamste inkomsten uithalen.
Overigens mag de vennootschap tijdens haar bestaan geen dividenden hebben uitgekeerd. In het verleden mocht de vennootschap ook nog geen kapitaalvermindering hebben doorgevoerd. Hierop staat de belastingdienst een tolerantie toe. Kapitaalverminderingen ter aanzuivering van een geleden verlies of om een reserve te vormen tot dekking van een verwacht verlies zijn wel toegestaan.

Voorwaarden voor de investeerder

De wetgever paste de maatregel van de tax shelter aan door een recente wet van 28 april 2019. Hierdoor worden de voorwaarden van wie uitgesloten is als investeerder aangepast voor het aanslagjaar 2020 (dus alle investeringen in 2019).
Investeerders die op het ogenblik van de kapitaalinbreng bedrijfsleiders waren, ongeacht het bezoldigd karakter, komen niet in aanmerking voor de belastingvermindering (categorie a). Bij een onbezoldigd mandaat na investering kan de bedrijfsleider wel genieten van de belastingvermindering (categorie b). 
Voor vaste vertegenwoordigers van vennootschappen (categorie c) en investeerders die via een managementvennootschap een mandaat als bedrijfsleider uitoefenen (categorie d), worden de regels strenger vanaf aanslagjaar 2020. Zo zal voor de twee laatstgenoemde categorieën in huidig inkomstenjaar de investeerder op geen enkel ogenblik een mandaat mogen hebben.

Algemene antimisbruikbepaling

De belastingdienst zal bovendien geen rekening houden met rechtshandelingen die als enige doel hebben het verkrijgen van een belastingvoordeel waarbij het doel van regelgeving uitgehold wordt. Ook de rulingdienst heeft oog voor misbruik. Wanneer een constructie opgezet wordt, waarbij rekening houdend met de omstandigheden, het enige doel erin bestaat om de wet te omzeilen en de bedrijfsleider via een omweg een deel van de belastingvermindering toe te kennen, zal de toepassing van de belastingvermindering niet mogelijk zijn.

Proportionele belastingvermeerdering

Het mag duidelijk zijn dat de tax shelter gekoppeld is aan vele voorwaarden waarmee rekening moet gehouden worden. Indien de genoten belastingvermindering niet in zijn geheel behouden kan blijven, zal de belastingdienst de geldschieter een proportionele belastingvermeerdering aanrekenen. Goed advies is dan ook onmisbaar.