Actua

Zijn belast is niet effectief belast

 

Het Cassatie-arrest van 6 september 2024 heeft een belangrijke bevestiging gegeven van de fiscale principes met betrekking tot de vrijstelling van buitenlandse pensioenen in België, met name voor Nederlandse pensioenen. Het arrest van het Hof van Cassatie in deze zaak gaat verder in op de interpretatie van het Belgisch-Nederlands dubbelbelastingverdrag (DBV), en specifiek de betekenis van de uitdrukking ‘zijn belast’ in artikel 23, §1, a) van het verdrag.

 

Samenvatting van het arrest

 

Het Hof van Cassatie heeft het cassatieberoep van de Belgische Staat verworpen, waarin werd betoogd dat pensioenen die in Nederland zijn verkregen, maar die daar niet effectief aan belasting werden onderworpen, niet in België moesten worden vrijgesteld van belasting. Het Hof stelt echter vast dat de uitdrukking ‘zijn belast’ in artikel 23, §1, a) van het Belgisch-Nederlands dubbelbelastingverdrag niet moet worden begrepen als ‘effectief belast’ in de zin van de werkelijke belastingheffing, maar als belast op grond van de belastingwetgeving van het land van herkomst, in dit geval Nederland.
Concreet betekent dit dat, voor de toepassing van het dubbelbelastingverdrag, een inkomen dat in Nederland wordt behaald en volgens de Nederlandse belastingwetgeving onderworpen is aan belasting (zelfs als deze belasting daadwerkelijk niet is geheven), alsnog bevrijd moet worden van belasting in België, mits het voldoet aan de voorwaarden van het verdrag. Dit gaat in tegen de opvatting die de Belgische Staat hanteert dat belasting in Nederland pas wordt geacht te zijn betaald als er daadwerkelijk belasting wordt geheven.

 

De interpretatie van "zijn belast";

 

  • Volgens het Hof van Cassatie heeft de term ‘zijn belast’ de betekenis die deze term heeft volgens de belastingwetgeving van de desbetreffende staat (Nederland in dit geval) met betrekking tot de belastingwetten waarop het verdrag van toepassing is.
  • Naar Belgisch recht wordt een inkomen als ‘belast’ in het buitenland beschouwd wanneer het wordt onderworpen aan een belastingregeling in het land van herkomst (Nederland), ongeacht of er daadwerkelijk belasting is geheven.

 

Dit standpunt benadrukt dat de belastingplichtige kan aanspraak maken op de belastingvrijstelling in België, zelfs als het inkomen in Nederland niet daadwerkelijk is belast, zolang het inkomen in Nederland onderworpen is aan belasting volgens de Nederlandse wetgeving. Dit sluit aan bij de bedoeling van de dubbelbelastingverdragen, die voorkomen dat hetzelfde inkomen dubbel wordt belast door beide landen, zelfs in gevallen van 'belastingontwijking' of de toepassing van belastingverlichtingen.

Bevestiging van het Gardeyn-arrest (Cass. 25 januari 2018)

 

Het arrest van 6 september 2024 volgt het eerdere Gardeyn-arrest van 25 januari 2018, waarin het Hof van Cassatie een gelijkaardige conclusie trok. In dat arrest werd gesteld dat inkomsten die in Nederland behaald zijn en waarvoor Nederland heffingsbevoegd is, niet door België belast kunnen worden als ze daar niet daadwerkelijk belast zijn, wanneer ze volgens de Nederlandse wetgeving wel degelijk belastbaar zijn. Dit werd door het Hof bevestigd als een correct juridisch standpunt, ook al werd het arrest door sommige rechtsgeleerden bekritiseerd.

Gevolgen voor de Belgische belastingplichtige;

 

Dit arrest bevestigt dat de Belgische belastingplichtige geen belasting hoeft te betalen in België over Nederlandse pensioenen, zelfs als deze pensioenen in Nederland niet effectief belast zijn, mits ze volgens de Nederlandse wetgeving als belastingplichtig inkomen worden beschouwd. Het beschermt belastingplichtigen die in Nederland pensioenrechten hebben opgebouwd en deze daar niet belast zien, maar die in België wel belasting zouden kunnen verschuldigd zijn, tegen dubbele belastingheffing.