Vennootschapsbelasting
Gewoon tarief |
25 %
|
Belastbare winst in EUR |
eerste schijf van 100.000 EUR |
20 %
|
Aanleg liquidatiereserve** |
10,00 % |
*Verlaagd tarief is voorbehouden aan KMO vennootschappen cf. art. 15 §1-6 W.Venn. én is NIET van toepassing;
-
voor vennootschappen die aandelen houden waarvan de beleggingswaarde meer bedraagt dan 50 % van het gestorte kapitaal verhoogd met belaste reserves en geboekte meerwaarden;
-
voor vennootschappen waarvan de aandelen voor minstens 50 % in het bezit zijn van één of meer andere vennootschappen;
-
vennootschappen erkend als coördinatiecentrum (en voor bevek’s, bevak’s en VBS);
-
vennootschappen die deel uitmaken van een groep waartoe een coördinatiecentrum behoort;
-
vennootschappen andere dan erkende CV die ten laste van het resultaat van een boekjaar niet aan tenminste één bedrijfsleider een salaris hebben toegekend gelijk aan of hoger dan het belastbaar inkomen van de vennootschap wanneer dat salaris minder bedraagt dan 45.000 euro. Dit geldt niet voor KMO vennootschappen gedurende de eerste vier belastbare tijdperken vanaf hun oprichting.
De definitie van kleine vennootschap (art. 15 §1 -6 W.Venn.) wordt dus toegevoegd als extra voorwaarde voor het verlaagd tarief.
**Afzonderlijke vennootschapsbelasting van 10% voor KMO's op aanleg liquidatiereserve
Een KMO kan jaarlijks (een deel van) haar boekhoudkundig resultaat na vennootschapsbelasting reserveren op een afzonderlijke passief rekening mits een eenmalige heffing van 10% vennootschapsbelasting.
Er zijn vervolgens drie mogelijkheden voor de bestemming van de reserve;
- of die kan op enig moment in de toekomst onbelast worden uitgekeerd aan de aandeelhouder naar aanleiding van een invereffeningstelling;
- of er wordt dividend uit opgenomen binnen een periode van 5 jaar. Op dat dividend is dan een bedrag aan roerende voorheffing verschuldigd van 20%;
- of er wordt dividend uit opgenomen na een periode van 5 jaar. De aanvullende roerende voorheffing bedraagt 5%.