In de media was de voorbije weken veel te doen omtrent de doelwitten die de fiscus dit jaar in het vizier heeft genomen. Concreet kondigde de fiscus aan extra te zullen controleren op:
Vooral dit laatste zorgde voor enige opschudding aangezien de fiscus meedeelde concreet te zullen controleren of de huurinkomsten die een verhuurder ontvangt geen beroepsinkomen zijn.
Hoe inkomsten gekwalificeerd worden, heeft een impact hoe deze belast worden. Aangezien buitenlands onroerend goed, gelet op het uitgebreide netwerk aan dubbelbelastingverdragen waarover België beschikt, in principe vrijgesteld wordt in België (waardoor de fiscale impact beperkt is) beperken wij ons hieronder tot de behandeling van Belgisch onroerend goed.
Er zijn belangrijke verschillen tussen de kwalificatie als onroerend- en beroepsinkomen. Op beroepsinkomsten zijn immers sociale bijdragen verschuldigd. Interesten op leningen zijn niet aftrekbaar van beroepsinkomsten en de belasting wordt geheven op de werkelijk ontvangen inkomsten. Bij een kwalificatie als onroerend inkomen (wat in principe van toepassing is op huurinkomsten), zijn geen sociale bijdragen verschuldigd, zijn interesten van leningen wel fiscaal aftrekbaar én wordt het inkomen als dusdanig niet belast, maar wordt de belastbare basis bekomen door het kadastraal inkomen te indexeren en te verhogen met 40%.
Voorbeeld impact kwalificatie
Stel een in Antwerpen gedomicilieerde alleenstaande gepensioneerde vult zijn pensioen van 1.000 EUR per maand aan met de huurinkomsten van twee appartementen. Beide appartementen genereren elk een maandelijkse huur ad. 600 EUR en hebben een niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van 500 EUR.
Bij een kwalificatie als onroerend inkomen dient de belastingplichtige in casu rekening te houden met een verschuldigde belasting van ongeveer 300 EUR.
Bij een kwalificatie als beroepsinkomen dient de belastingplichtige in casu rekening te houden met een verschuldigde belasting van ongeveer 2.700 EUR.
Het risico dat de onroerende goederen die u verhuurt nu plots als beroepsinkomen belast zullen worden, dient echter genuanceerd te worden.
Het principe is immers dat huurinkomsten onroerend van aard zijn zodat de bewijslast om er een andere kwalificatie aan te verbinden (divers inkomen of beroepsinkomen) op de fiscus rust.
De wetgeving bepaalt niet met welke criteria er precies rekening gehouden kan/moet worden om te bepalen of het al dan niet een beroepsactiviteit betreft. Uit de praktijk blijkt dat volgende elementen een rol spelen:
Kort samengevat: hoe groter de inkomsten en hoe meer tijd u spendeert aan de verhuuractiviteit, hoe sterker het dossier van de fiscus om een kwalificatie als beroepsinkomen te bewijzen. De goede huisvader die zijn inkomen aanvult met een beperkt passief inkomen uit de verhuur van onroerend goed voor bewoning dient zich in principe dus niet al te veel zorgen te maken over de aangekondigde actie van de fiscus.